Ik kom uit Cuba, en maakte enorme armoede mee. Op mijn twintigste vertrok ik alleen naar Europa. Ik liet mijn familie en mijn jonge kinderen achter. Ik wilde een beter leven voor hen. In Europa zou ik geld kunnen verdienen, veel meer dan in Cuba zou kunnen.
Eerst deed ik schoonmaakwerk. Dat kon ik niet blijven doen, omdat mijn visum na een aantal maanden verliep. Ik werd wanhopig, want ik had geld nodig. Ik moest mijn vliegticket nog terugbetalen aan familie. Een kennis gaf mij de tip om in een club te gaan werken. Ik wist dat dit werk betekende dat ik mezelf moest prostitueren, toch koos ik ervoor. Ik weet mijn eerste werkdag nog goed. Ik voelde me verloren.
Het was heel hard werken, maar na een aantal jaar kon ik van mijn gespaarde geld mijn kinderen naar Europa over laten komen. Dat was het moment dat ik twee banen naast elkaar nodig had om in ons levensonderhoud te kunnen voorzien én geld naar mijn familie in Cuba te kunnen sturen. Overdag deed ik schoonmaakwerk van 10.00 uur tot 16.00 uur. Dan was ik een paar uur met mijn kinderen, en werkte ik ’s nachts van 22.00 uur tot 6.00 uur in een seksclub. Dit deed ik tien jaar lang. Toen mijn kinderen ouder werden was het voor mij lastiger om ’s nachts weg te zijn. Mijn oudste zoon ging vragen stellen.
Ik herinner mij een kerst die voor altijd in mijn geheugen gegrift staat. Het was eerste kerstdag. Ik kwam om 9.00 uur ’s ochtends thuis, later dan normaal. Mijn zoon, toen 16 jaar, zat op de bank in de kamer, wachtte me op en zei: “Wat doe je elke nacht? Zeg me nu eindelijk een keer de waarheid.” Maar eigenlijk wist hij de waarheid al. Mijn kleding stonk naar de rook en alcohol van andere mensen. Hij had mijn geheim ontdekt. Ik voelde zoveel schaamte op dat moment. Ik heb de kerstdagen volkomen depressief op de bank doorgebracht. Wat een afschuwelijke kerstdagen. Ik heb toen een jaar niet in de club gewerkt.
Na dat jaar nodigde een vriendin me uit om naar Nederland te komen. Dat deed ik. Ik werkte vijftien jaar in de prostitutiestraat in Den Haag. Ik wist vanaf het begin dat ik er ooit weg zou gaan, maar ik zag nooit de mogelijkheid. Het is heel erg moeilijk om uit te stappen. Dit werk is eigenlijk een soort drugsverslaving. Er is altijd wel een reden om toch te blijven werken. Je spreekt met jezelf af om nog een jaar te blijven, maar dan zijn er onverwachte kosten en wordt het twee jaar. En zo zie je de jaren aan je voorbij gaan.
Werken in de prostitutie houdt je gevangen. Soms heb je goede dagen, maar ik vond het leven daar vooral moeilijk. Er is veel stress onder de vrouwen. Soms heb je na een dag werken ’s avonds de huur van je raam nog niet eens terugverdiend. Ook is er veel schaamte en veroordeling. Mensen kleineren je als ze weten dat je dit werk doet. Ik vind het erg dat ik al die jaren daar heb moeten doorbrengen. Achteraf gezien heb ik de beste jaren van mijn leven in de prostitutie doorgebracht.
Wekelijks sprak ik met de veldwerkers van De Haven. Ze waren er altijd. Uiteindelijk, na al die jaren, besloot ik hulp te vragen. Ik had gezondheidsklachten en moest geopereerd worden. Ik kwam op een punt dat ik daar niet meer wilde zijn. Ik voelde me ongemakkelijk en ongelukkig bij wat ik elke dag moest doen. Een goede vriendin van mij gaf het laatste zetje. Ze zei tegen me: “Marta, jij kunt daar weg komen. Zoek naar mogelijkheden, en begin een nieuw leven.”
Ik ben God zo dankbaar. De Haven heeft deuren geopend voor mij. Ik gun het andere vrouwen in de straat ook. Het leven in de straat is niet het normale leven. Dat zie je pas als je er niet meer in zit. Met hulp van de jobcoach van De Haven heb ik nu ander werk. In het begin vond ik het heel moeilijk, vooral financieel, om mijn baan in de horeca vol te houden. Ik had veel last van negatieve gedachten, en stond een aantal keer op het punt om terug te gaan naar de straat. Wat mij daar toch van weerhield? Ik wist dat ik dood zou gaan van depressie als ik terug zou gaan.
Mijn oude leven achtervolgt me wel. Als ik met de tram naar mijn werk ga zit ik achterin met mijn capuchon op en mijn hoofd naar beneden. Ik zie overal klanten. Mij herkennen ze niet, maar het voelt toch ongemakkelijk. Gelukkig ervaar ik ook rust. Elke dag als ik opsta ga ik eerst wandelen en dan dank ik God voor de nieuwe dag. Ik heb een fijne plek om te werken. Ik kan nu leven zoals het bedoeld is. Het is inmiddels een tijd geleden en ik voel geen enkele interesse om terug te gaan naar de straat. Mijn kinderen hebben ook rust nu ze weten dat ik dit werk niet meer doe. Ze zijn trots op me.
*Marta is niet de echte naam van deze vrouw, en zij is niet de vrouw op de foto.
Deel licht uit in de decembermaand
Dit verhaal is onderdeel van onze eindejaarscampagne 'Als ik jou was'. Wil jij vrouwen in de prostitutie een hart onder de riem steken en een kerstcadeau geven? Doe mee!