Carolines ogen openden voor de wereld van prostitutie toen ze 17 was. Door vrijwilligerswerk in haar buurt kwam ze terecht bij een vrouw die praktische hulp nodig had. De twee leerden elkaar beter kennen en de vrouw vertrouwde aan Caroline toe dat ze via een vriend geprostitueerd werd. Caroline vertelt: “Dat was zo nieuw voor mij. In mijn beleving gebeurde dit alleen in Amsterdam. Niet in mijn stad, mijn eigen omgeving.” Caroline trok de conclusie dat deze vrouw helemaal niet anders was dan zij: “We zijn allebei vrouw, allebei op zoek naar liefde. Die ontmoeting heeft veel betekenis gehad voor me.”
Wanneer Caroline een aantal jaar later, door iemand uit haar kerk, wordt meegevraagd om de clubs in Rotterdam te bezoeken is haar interesse gewekt. Ze gaat mee en haar eerste ervaring is gelijk onvergetelijk. “We kwamen de seksclub binnen, en ik zag daar een vrouw. Ze noemde zichzelf Mara, dat een toepasselijke naam bleek. We kletsten wat en ik vroeg of ze kinderen had. Ze liet een foto van haar kinderen zien, ze gaf me een knuffel, en ze moest zo huilen. We stonden daar met z’n tweeën in het midden van een overvolle bar. Ze hing om mijn nek, en ik huilde met haar mee. Het was heel bijzonder.” Caroline heeft de vrouw daarna nooit meer gezien, maar wist vanaf dat moment dat ze zich op hartsniveau kon verbinden met deze vrouwen en van betekenis kon zijn”.
Nu, zes jaar later, ervaart Caroline dat nog steeds: “Met sommige vrouwen heb ik echt een band opgebouwd, en delen we veel met elkaar. Zo deelde ik over mijn zwangerschappen, geboortes en laten we elkaar foto’s zien van onze kinderen. We zijn gewoon zussen, en dat we allebei een heel ander leven leiden valt dan weg".
Toch worden de verschillen soms pijnlijk duidelijk. Caroline zegt: “Soms zit ik daar met een paar vrouwen in badjas, onze voeten opgetrokken op de bank, alsof ik met vriendinnen op de bank zit. Maar het moment dat de deurbel gaat verandert alles. De badjas gaat uit, en we leven in een compleet andere wereld. De vrouwen worden gekeurd, en dan kan een klant je ook nog afwijzen. Alsof je niet goed genoeg zou zijn. Dan merk je hoe verdrietig het is."
Hoewel Caroline samen met andere christenen op eigen initiatief startten, was hun gebed al snel dat het bezoekwerk verankerd werd in een christelijke organisatie. Dat gebed is verhoord. Sinds 2022 doet Caroline het veldwerk onder de vlag van Stichting De Haven. Caroline vertelt: “Het is fijn dat het nu een stukje professioneler is. Eerst moest ik mijn eigen telefoonnummer geven, en kon ik niet veel bieden. Nu is er een breed pakket aan aanbod. Je hebt iets waar je naartoe kunt werken in een gesprek."
Hoewel Caroline al zes jaar lang de clubs bezoekt heeft ze de dag ervoor altijd last van stress. “Heel veel gedachtes gaan dan door mijn hoofd. Dat ik het niet zou kunnen. Dat het zinloos is wat we doen. Ik probeer daar biddend mee om te gaan, omdat ik geloof in een geestelijke strijd van licht en donker. Er gebeurt zoveel op een avond. Je moet snel schakelen en alert zijn in de contacten die je hebt. Het besef dat er op de achtergrond een gebedsteam mee bidt voelt dan ook echt goed. Ik heb alle hulp nodig die ik kan krijgen."
De dag erna gaat er nog veel door Caroline heen: “De beelden en uitspraken neem je nog wel even met je mee. Laatst sprak ik een meisje van 21, het had mijn zusje kunnen zijn, en ik zag de vingers van een man in haar been gegrift staan. Haar huid was kapot en blauw van de afdruk. Je ziet en hoort dingen die verdrietig zijn. Als ik dan weer in mijn bed lig begint mijn hoofd te malen. Heb ik kansen laten liggen? Heb ik de juiste dingen gezegd?"
Toch kan Caroline ook tevreden terugdenken aan een bezoek: “Als ik het gevoel heb ik dat ik écht contact had met iemand. Soms worden vrouwen achteraf gehouden in een kleedkamer. In het ideale geval ben je juist daar, los van camera’s, en spreek je iemand 1 op 1. Ik vind het bijzonder als vrouwen de tijd voor je nemen tijdens hun werktijd en moeite doen om even in gesprek te zijn."
Zou Carolines hart uitgaan naar deze vrouwen als ze geen christen was? “Ik denk het wel. Ik kan slecht tegen onrechtvaardigheid. Ik zou me hoe dan ook afvragen of er kansen zijn voor deze vrouwen om tot hun recht te komen. Maar door mijn geloof zit er wel een extra dimensie aan wat ik doe. Ik voel me beschermd als ik deze wereld binnenstap. Ik geloof dat Jezus met me meegaat, en naast me staat. In de gesprekken die ik heb mag ik Hem vertegenwoordigen. Ik mag woorden van leven spreken in een wereld waarin dat meestal niet aan de orde is. Ik geloof dat we oog moeten hebben voor de mensen die niet van dichtbij worden aangekeken, waardoor ze zich niet als mens gezien voelen. Ik vind het bijzonder om Gods liefde door te mogen geven in een positieve vorm van aanraking, een hand op hun schouder, een knuffel, of woorden van liefde te spreken. Je ziet dat dat woorden zijn die raken. En ik geloof dat dat komt omdat er veel kracht van uitgaat. Voor mij maakt dat verschil."
Caroline is één van onze ruim 50 vrijwilligers. Vijf keer per jaar gaat Stichting De Haven op outreach in zowel Den Haag als Rotterdam. We delen cadeautjes uit en willen de vrouwen die we ontmoeten écht zien, en bemoedigen. Caroline is één van onze vaste veldwerkers in Rotterdam, en inmiddels een bekend en vertrouwd gezicht voor de vrouwen die werkzaam zijn in de privéhuizen en seksclubs. Wij zijn dankbaar voor de trouw en liefde van onze vrijwilligers.