Als Barbara moeder wordt van Kristof, doet ze er alles aan om haar kind een betere toekomst te geven: “Ik ben verkocht aan mijn pooier. Jarenlang zat ik vast in de seksindustrie.”
Barbara groeit op in Oost-Europa. Het is thuis niet veilig voor haar en op jonge leeftijd zoekt ze een manier om weg te gaan. Dan krijgt ze een vriendje en raakt zwanger van hem. Op haar zestiende wordt ze moeder van een zoon: Kristof. Barbara is gek op hem, maar ze is weer terug bij af. Haar vriend slaat haar en is onbetrouwbaar. Barbara vlucht en komt met haar zoontje in een huisje van amper 3 bij 4 meter terecht. Ze maakt lange dagen als serveerster in een café, maar dit betekent dat Kristof van maandag tot en met vrijdag in de opvang verblijft. Barbara mist haar zoon en heeft maar een droom: een huisje kopen voor haar en haar zoon zodat ze altijd samen zijn. Dat zal haar echter nooit lukken met het geld dat ze nu overhoudt: 27 euro per week.
Verkocht aan een pooier
Dan krijgt ze een ‘vriendin’ die haar vertelt hoe ze goed geld kan verdienen. Een baan als serveerster in Duitsland. Barbara brengt Kristof naar haar schoonzus en vertrekt naar Duitsland. Achteraf blijkt dat Barbara verkocht is aan een pooier en in een club moet gaan werken. “Ik wilde weglopen, maar ik sprak geen Duits en bovendien had ik mijn paspoort niet. Om het werk aan te kunnen dronk ik alcohol en gebruikte drugs.”
Na de eerste vijf seksbeurten verdien ik pas iets om mijn zoon te kunnen voeden.
Barbara werkt twee jaren om haar zogenaamde schulden af te betalen. Ook stuurt ze geld naar haar schoonfamilie zodat ze goed voor haar zoon zorgen. Hij heeft gezondheidsproblemen en vertelt aan de telefoon vaak dat hij ziek is.
Ze komt na twee jaar terug in haar thuisland. Haar droom is nog even ver weg als daarvoor. Ze besluit in Nederland in de prostitutie te gaan werken om aan de toekomst van haar zoon te werken. “Ik werkte in de Geleenstraat. De huur van mijn peeskamer was zo hoog dat ik pas na vijf seksbeurten iets verdien om mijn zoon te kunnen voeden.” Intussen wil Barbara maar al te graag haar zoon naar Nederland halen, maar de schoonfamilie ligt dwars. Zij weten dat zij ook geen geld meer krijgen als ze Kristof laten gaan, ook niet voor zogenaamde ziektekosten.
Als ze Kristof naar Nederland kan halen, is hij inmiddels tien jaar. Barbara’s droom lijkt gedeeltelijk uitgekomen, maar de jaren van afstand hebben heel wat kapot gemaakt tussen moeder en zoon: “We kennen elkaar eigenlijk niet. Kristof wil terug naar Polen en ziet mij niet als zijn moeder. Zijn wantrouwen is groot, want ik heb steeds beloofd dat ik hem mee zou nemen, maar door alle tegenslagen duurde het tien jaar voordat het me gelukt is.”
Stichting De Haven loopt al een paar jaar met Barbara op. Dankzij haar jobcoach kan Barbara starten met een studie. Het is bijzonder om haar veerkracht te zien. De eerste stappen naar een nieuwe toekomst zijn gezet, desondanks heeft Barbara nog een lange weg te gaan.
Dit verhaal is gebaseerd op feiten
.
.